Het Kabinet heeft grote ambities op het vlak van betaalbare zorg en sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Daarvoor kiest het niet voor een stelselwijziging in de zorg, maar voor meer sturing op doelmatigheid om de budgettaire opgave te realiseren. Dit staat in contrast met voorgaande jaren en ook met de uitgangspunten van het curatieve zorgstelsel, waarin juist de rol van de zorginkoop centraal staat. Het staat ook in contrast met een recent WRR-advies, dat stelt dat er juist meer expliciete keuzes nodig zijn, in plaats van enkel sturen op doelmatigheid. In de langdurige zorg wordt met het op termijn scheiden van wonen en zorg wel een duidelijke keuze gemaakt. Over de nagestreefde reductie van administratieve lasten is het Coalitieakkoord weinig concreet, terwijl het sturen op doelmatigheid juist extra registratielast veroorzaakt. Aangezien er geen extra geld komt voor de salarissen, er ‘veel minder meer’ macrobudget voor vooral de curatieve zorg wordt gereserveerd, en men meer wil sturen op de te leveren zorg, kan een integraal akkoord met zorgaanbieders alleen slagen als de intrinsieke motivatie van zorgverleners centraal komt te staan. Voor de aanpak van sociaaleconomische gezondheidsverschillen moet ook nog een complexe puzzel worden gelegd, alhoewel parallelle investeringen in de sociale zekerheid, in het onderwijs en enkele gezondheidsbelastingen wel kansrijke puzzelstukjes vormen.