Marktwerking is een middel om welvaart te verhogen. Een middel dat vaak werkt, maar ook faalt. Op dit moment is marktwerking dusdanig gepolitiseerd dat het een door moralisme overgoten modegril is geworden. In tegenstelling tot de mens is de markt echter moreel noch immoreel. En de eigenschappen van marktwerking zijn tijdloos. De enige manier om het marktwerkingsbeleid te objectiveren, is het met welvaartseconomische argumenten te onderbouwen.
Net als bij marktwerking is het doel van mededinging het vergroten van de welvaart, of eigenlijk de welvaart van consumenten. Dit welvaartscriterium komt echter niet voor in het mededingingsrecht. Formeel-juridische criteria spelen daardoor een hoofdrol in de toepassing van het mededingingsrecht. Een wetswijziging is nodig om verdere juridisering te stoppen. Hierdoor krijgt het welvaartseconomische criterium de plek die het in het mededingingsrecht verdient.