De centrale themas in de onlangs gevoerde discussies over het Nederlandse ontslagstelsel waren de hoge kosten, de dualiteit van het systeem, en de traagheid van ontslagsysteem. Aangenomen werd dat het huidige stelsel een remmend effect heeft op de werking van de arbeidsmarkt. Een enkelvoudig en goedkoper systeem - zonder dualiteit - zou een gunstigere uitwerking hebben op flexibiliteit van de arbeidsmarkt. Wij vinden dat de discussie wordt gevoerd op basis van ongetoetste premissen. Dit geeft ruimte voor stellingname en gesoebat. Voorstellen voor eventuele veranderingen lopen telkens spaak, omdat de te verwachte uitwerking van voorgestelde wijzigingen niet of nauwelijks zijn te verifiëren. In deze bijdrage plaatsen we de discussie over het Nederlands ontslagstelsel in historisch perspectief, stellen wij een aantal prangende vragen om de dynamiek van het duale ontslagstelsel beter te kunnen doorgronden, en introduceren we het idee dat de dualiteit van het Nederlandse ontslagstelsel op zichzelf al een flexibiliteit biedt welke uniek is in de wereld. Hierover zien we echter zelden of nooit iets terug in de debatten over de sociale innovatie van de arbeidsmarkt.