De arbeidsinkomensquote (AIQ) is na 1980 structureel gedaald in de rijke landen. De verklaring hiervoor verschilt. De neoklassieke theorie en de heterodoxe opvattingen van de economie schetsen verschillende wereldbeelden. In de neoklassieke theorie staat de relatieve schaarste van productiefactoren centraal. De daling van de AIQ wordt toegeschreven aan de technologische ontwikkeling en, in mindere mate, aan de globalisering. De heterodoxe theorie benadrukt financialisering als oorzaak van de gedaalde AIQ. Na de liberaliseringsgolf van de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn financiële motieven doorslaggevend geworden bij beslissingen in het bedrijfsleven. Dit heeft consequenties gehad voor de functionele inkomensverdeling. Econometrisch onderzoek met betrekking tot de verklaring van de functionele inkomensverdeling heeft vooralsnog niet onomstotelijk kunnen aantonen welke visie het bij het rechte eind heeft.